Nieuw huis voor de oeverzwaluw


Honderden oeverzwaluwen bewoonden de steile, uitgesleten en zanderige oeverwallen van Tusschenwater. Na het herstellen van de Hunze in oorspronkelijke staat, kwamen ze niet meer terug. Jantinus Dokter, rayonbeheerder bij Stichting het Drentse Landschap besloot een nieuwe wand te maken, speciaal voor de oeverzwaluw.

Oeverzwaluwen houden van steile, zanderige wanden. Daarin bouwen ze hun nest en kunnen ze gangen maken tot wel tien meter lang. Dat vraagt om specifieke omstandigheden. “We hebben al een keer geprobeerd een zwaluwwand te maken, maar die mislukte, omdat de grond niet goed genoeg was. De vogels hebben echt zand nodig, dus een simpele berg met aarde is niet voldoende”, vertelt Jantinus.

Sponsorloop voor oeverzwaluw

Uit onverwachte hoek kwam een berg geld, voor een berg zand. “Er werd een gesponsorde hardloopwedstrijd georganiseerd. Wij mochten de opbrengst gebruiken om een goede zwaluwwand aan te leggen. Begin mei is er een hoop zand gestort in Tusschenwater. Het zand ligt nog niet op de juiste plek. “Door de regen is de grond te nat en kunnen we niet dieper het gebied in om het zand te verplaatsen. We moeten wachten tot het droger is.”

Oeverzwaluwen migreren. Iedere winter vertrekken ze naar zuid-Europa, om in de lente terug te keren. “Ze sturen eerst scouts die goede broedplekken zoeken. Daarna komt de rest van de familie. Het zou zomaar kunnen dat de scouts onze berg met zand nu al uitkiezen als broedplaats. Dan moeten we even wachten met verplaatsen. Anders zorgen we dat het zand in de zomer op de juist plek ligt, zodat de vogels vanaf volgend jaar weer een mooi nest kunnen maken.” Het is in het broedseizoen niet toegestaan om van de paden af te gaan, maar volgens Jantinus is de oeverzwaluw met een verrekijker prima vanaf de paden te bewonderen.